top of page

Dirk Jan Pereboom

Erelid Dirk-Jan Pereboom maakte 33 jaar vol als ijsclub-voorzitter

 

Vijfendertig jaar meedraaien in het bestuur, waarvan 33 jaar als voorzitter. Die prestatie zal zelfs bij ijsclub Nooitgedacht niet snel geëvenaard worden. Maar de voortekenen waren er al toen Dirk-Jan Pereboom in 1975 met zijn vrouw Jannie naar Oudenhoorn kwam. Vanuit het Noord-Hollandse Venhuizen waar zijn vader bestuurslid van de ijsclub was en waar het IJsselmeer zo ongeveer naast de deur lag. Het was wel even aanpassen voor de schaatsfanaat die zijn hand niet omdraaide voor lange tochten waaronder de barre Elfstedentocht van 1963.

 

Oudenhoorn had ook een ijsclub ontdekte hij al snel en die club lijfde de sportieve, in het bankwezen werkzame noorderling graag bij het bestuur in. Dat was maar goed ook want de uit 1963 stammende ijsclub Nooitgedacht stond op omvallen. Het sigarendoosje dat als kas diende was vrijwel leeg en er moest nog een bedrag worden uitgekeerd aan obligatiehouders.

Naar goed Oudenhoorns gebruik wist toenmalig waarnemend voorzitter Cor Hoogzand een drietal leden, bestaande uit de heren Noordermeer, Bergsma en Pereboom, te overtuigen zitting te nemen in het bestuur. Dat was geen erebaantje: als het vroor zélf het ijs vegen nadat de brandweer water was komen pompen op het laaggelegen gedeelte land van Arie Paul. Bij de naburige familie Elderkamp gratis stroom tappen voor de verlichting en het opwarmen van de punch en chocolademelk in de kantine. ‘We hadden daar wel een waterleiding’, aldus Dirk-Jan. ‘Maar die bevroor geregeld. Gelukkig zat vrijwilliger Bram Looy dan steevast in vorstverlet. Die kwam helpen de boel te ontdooien.’

Het houten gebouwtje van Nooitgedacht was versleten, dus werd de benodigde 1000 gulden bijeen gesprokkeld toen de kantine van vv Vlotbrug te koop kwam. Die moest wel in één dag weg zijn, was de boodschap. Met behulp van enkele platte karren en veel vrijwilligers werd die klus geklaard. ‘Kok Schoon droeg eraan bij dat die kantine bij ons weer mooi werd opgebouwd, met een moderne keuken en aanbouw. De ijsclub floreerde in die tijd, er kwamen steeds meer leden. Soms zat de kantine bomvol.’

Het was aanpoten geblazen. ‘Destijds leverden wij zelf jaarlijks de lidmaatschapskaarten af bij de leden, ikzelf nam onder ander een deel van Hellevoetsluis voor mijn rekening. Daar had de ijsclub problemen met het op peil houden van de waterstand op de baan. Ondanks de 10.000 gulden die ze kregen van de Rubberfabriek was het tobben daar. Hun grasveld bleek gedraineerd, daar wilde maar moeilijk water op blijven staan, dus veel Hellevoeters kwamen naar Oudenhoorn. Onze klein gestarte club groeide in die tijd naar 1000 leden en het bestuur naar negen mensen. Eén keer per jaar gingen we met z’n allen uit eten, maar dat betaalden we wel uit eigen zak. We deden als ijsclub ook mee aan de Zeskampwedstrijd op Koninginnedag en wisten zo onze prijzenkast mooi aan te vullen.’

 

Tegenvallers

Tegenvallers waren er ook in de lange historie van de ijsclub. Dirk-Jan daarover: ‘Wij mochten het land van Paul gebruiken, maar daar was geen contract voor opgemaakt. Toen de Ruilverkaveling kwam en wij ook moesten verhuizen dreigden we daardoor de compensatie mis te lopen. De krant kopte in januari 1981 “IJsclub in de kou door Ruilverkaveling”. We hebben er vele uren in gestoken om in gesprekken met de toenmalige burgemeester Van Geest en de Ruilverkavelingscommissie onze zaak te bepleiten. Gelukkig was Van Geest ook een schaatsliefhebber en kwam het uiteindelijk toch nog goed. Mede dankzij de medewerking in die tijd van de maatschap Noordermeer en de firma Nobel. We verhuisden naar de huidige plek waar om de 400-meterbaan een plastic scherm van 2.70 meter diep werd ingegraven als waterkering. Wij moesten wel zelf alle voorzieningen aanbrengen, zoals stroomkabels, lichtmasten en het realiseren van het clubgebouw. Deels betaald met compensatiegeld maar grotendeels uit de eigen reserves. Het was heel veel werk maar gelukkig telt Oudenhoorn veel vrijwilligers.’

De nieuwe baan bleek een trekpleister. Als het vroor liep het storm. Er leek geen vuiltje meer aan de lucht maar in 2010 leek het er even op dat de schaatsbaan opnieuw voor een gedwongen verhuizing stond. ‘Er lag toen een serieus plan voor een 18 holes golfbaan bij Oudenhoorn. Dat gaf ons de nodige hoofdbrekens, maar dat plan werd te elfder ure afgeblazen. Daar waren wij niet rouwig om.’

 

Hurby de sneeuwschuiver

Nooitgedacht was befaamd om de kwaliteit van de schaatsbaan en het veilige krabbelbaantje voor beginners ernaast. ‘Koos van Vliet zorgde voor de mechanisatie. Er kwam een lichte tractor met sneeuwschuiver, genaamd Hurby. Die is nu nog steeds in gebruik, maar er is nu ook een lichtere borstelmachine. Loonwerker Leo Poldervaart nam het later over van Koos. Als het vroor organiseerden we korte baanwedstrijden voor jong en oud en ook de echte hardrijders kwamen bij ons de krachten meten. De school had eveneens een prominente plaats, de schooljeugd kreeg een eigen woensdagmiddag op de baan.’

 

Dirk-Jan kent de historie van de ijsclub als geen ander. Moeiteloos diept hij de namen op van de grondleggers: de heren Ben vd Bie, Cor Hoogzand, Teun van Stigt, Lies vd Band en Jaap Poldervaart.

Bij de officiële ingebruikname van het nieuwe ijsclubcomplex dat samenviel met het 25-jarig jubileum van Nooitgedacht zette hij nog wat steunpilaren van de club in het zonnetje.

Nooitgedacht had door de jaren heen onder aanvoering van bankman Pereboom een onwrikbaar motto: ‘Geen schulden maken. Eerst geld verdienen, daarna het pas uitgeven. Dat gold al toen penningmeester Jan Trommel de kas beheerde en later ook voor de dames die hem in die functie opvolgden.’

 

Dirk-Jan Pereboom kijkt met een goed gevoel terug op al die jaren bij de ijsclub. ‘Het was een mooie tijd. De samenwerking was voor die tijd uitzonderlijk.’

 

bottom of page