top of page

Kees van der Bie

Erelid Kees van der Bie hield familietraditie hoog

 

Toen hij nog maar een klein jochie was zag je het al aankomen. Als zoon van oprichter en voorzitter Ben van der Bie van IJsclub Nooitgedacht, lag de vrijwilligerscarrière van de jonge Kees al vast. Zodra het begon te vriezen bracht hij pamfletten rond in Oudenhoorn. Met daarop de veelbelovende tekst ‘De ijsbaan is geopend!’

Zo rond zijn 9e kwamen daar hand en spandiensten bij. Kees hing lampjes op rond de schaatsbaan achter het huis van Poldervaart, de melkrijder. Een paar jaar later trapte hij op de fiets naar Hellevoetsluis om daar, gewapend met pamfletten en een nietmachine, het goede nieuws ook te brengen.

Het kon dan ook niet uitblijven, een aantal jaren nadat zijn vader overleed stapte Kees in het bestuur van Nooitgedacht. De afgelopen twaalf jaar als voorzitter van de steeds meer florerende ijsclub.

‘We hadden zo onze ups en downs,’ kijkt hij als gepensioneerd erelid terug op zijn ijsclubperiode. ‘We hebben heel wat hindernissen moeten overwinnen, maar wat waren we trots toen we de 800 leden aantikten. Dat was meisje Hoftijzer. We zetten een groot bord neer. We kwamen in de krant. Destijds waren we al de grootste ijsclub van heel Voorne-Putten. Dat zijn we nog steeds, nu met 1300 leden, uit alle windstreken.’


Het lukte aanvankelijk niet om een vaste plek te vinden voor de schaatsbaan. ‘We verhuisden nogal eens, waren ook enige tijd aangewezen op de Watering, vervolgens schaatsten we vanaf de stenen schuur van Baas tot aan de brug. Na de ruilverkaveling waren we weer een tijdje aangewezen op de Watering, waar we het met muziek, koek en zopie gezellig maakten. Toen we dan eindelijk een vaste plek hadden, aan de Molendijk, konden we daar een oud houten keetje neerzetten als kantine, mijn vrouw Ineke en nog wat andere dames stonden er achter de bar. Er was geen waterleiding, dus moesten we heen en weer sjouwen met melkbussen naar het huis van Elderkamp om de tank te vullen. Het was een hele verbetering toen we uiteindelijk werden aangesloten op de waterleiding, maar in de winter bevroor onze leiding geregeld. Die moesten we dan ontdooien, maar er vroor ook steevast een gedeelte pijp stuk. Dat moest meteen gerepareerd worden.’

Als het vroor was het bestuur van Nooitgedacht sowieso bijna dag en nacht bezig. ‘Na het vertrek van de schaatsers de scheuren in het ijs bijvullen, dan naar café Ververs om bestellingen te doen voor de dagen erna. En alvast alles regelen voor de volgende schaatsdag.’

Er was een trouw team van vrijwilligers bij Nooitgedacht. ‘De meesten moesten overdag naar hun werk, ik ook, maar er waren er altijd wel een paar vrij; buitenwerkers met vorstverlet. Het is trouwens best opmerkelijk dat er nooit gebrek is aan vrijwilligers in Oudenhoorn.’


Toen de oude keet het dreigde te begeven en er voor een zacht prijsje een kantine in Hoofddorp te koop kwam, werd er bij Cor Boere een grote platte kar geleend waarmee het gevaarte in delen naar Oudenhoorn werd vervoerd. Dat gebeurde ook met de kantine die jaren later in Hellevoetsluis te koop kwam. Daarin was weer plek voor de grote ketel met frituurvet, die eerder in het dorp in de patatkraam van Cor Ooms dienst had gedaan.

 

Het wilde in die tijd ’s winters nog weleens stevig vriezen. Dan werd er zo’n 20 cm water op de baan gespoten om een mooie ijsvloer te krijgen. Kees daarover: ‘Negen weken ijs was de langste vorstperiode. Dat was extreem. We gebruikten toen meer aan stroom dan we aan inkomsten binnenkregen want er kwamen op het laatst nog maar een paar mensen schaatsen. Om toch aantrekkelijk te zijn organiseerden we nostalgisch ijsspelen voor de jeugd, met een clown en allerlei leuke attracties. In de winters dat er geen ijs was gingen we met een bus vol kinderen naar de kunstijsbaan in onder andere Breda en de Uithof in den Haag.’

 

De Oudenhoornse ijsclub ging met z’n tijd mee. ‘De regels zijn aangescherpt, op het gebied van sociale hygiëne en veiligheid. Dat is goed. Er is regelmatig controle. En we zorgen dat er altijd een ehbo’er aanwezig is.’

Door de verkoop en het slijpen van schaatsen en het onderverhuren van het terrein aan een Hellevoetse hondenschool als het niet vriest, heeft Nooitgedacht dezer dagen wat meer te besteden. De kantine is fraai gerenoveerd en de parkeerplaats is verruimd en verhard. ‘Vroeger glibberde je de dijk af.’

De ijsclub houdt rekening met de buren: ‘Om 10 uur gaat de muziek uit.’ En let op energieverbruik: ‘Gelukkig hebben we op tijd geïnvesteerd in ledverlichting rond de baan.’

In coronatijd zag Nooitgedacht kans om toch een krabbelbaan open te houden. ‘Wel met een tijdslot, dus een beperkt aantal schaatsers per uur.’

Burgemeester Junius wilde de enorme inzet van het ijsclubbestuur belonen. ‘Ze kwam op de fiets naar ons toe met een doos gebak onder haar snelbinder. Dat waardeerden we enorm, het past zo helemaal bij Oudenhoorn.’  


Met het pensioen van Kees is er geen einde gekomen aan de familietraditie, halverwege 2022 droeg hij de voorzittershamer over aan zijn neef Arno Rosendaal.

​

Kees blikt terug: ‘Het was een mooie tijd. We hadden een leuk team. Ik kijk er met plezier op terug.’ Hij kijkt ook nog even vooruit: ‘De baan wordt van de zomer nog mooier. Er komt een bloeiende akkerrand langs.’  

 

bottom of page